In ons onderwijssysteem streven zowel scholen als ouders eigenlijk maar één ding na: leerlingen de kans bieden om het beste uit zichzelf te halen. Dit maakt ons onderwijs zo waardevol. Maar, zijn we tegenwoordig niet vergeten dat we gezamenlijk - scholen en ouders - een gemeenschappelijk doel beogen?
In de Volkskrant verscheen onlangs een artikel van Titia Wittenberg, schoolleider van het Montessori Lyceum te Amsterdam. Zij betoogt dat er een halt moet worden toegeroepen aan ouders die menen alles beter te weten dan de school. Volgens haar zijn ouders vandaag de dag nog wel eens té mondig. Maar hoe zorg je ervoor dat ouders de expertise van de school en docenten respecteren en niet elk rapportcijfer of elke beslissing betwisten?
Flitspeiling CNV
Binnen iedere school zullen er ouders zijn van wie je het bestaan nauwelijks weet, maar er zijn ook ouders van wie je het bestaan net iets té goed afweet. Uit onderzoek van de CNV in 2017 blijkt dat de invloed van deze laatste groep ouders nogal groot is: 87 procent van de schoolleiders ervaart dat ouders steeds mondiger en veeleisender worden; en 67 procent geeft aan dat zij de omgang met mondige ouders lastig vindt.
Posities van ouders
Het helpt om je als school of docent in te leven in de ouder. In 2006 werd in het OCW-onderwijsmagazine een onderscheid gemaakt tussen zes verschillende posities die ouders innemen ten opzichte van de school. Wellicht dat je er een paar herkent:
- De supporter. De ouder die maar wat graag wil helpen met praktische zaken regelen, over het algemeen betrokken is en ook genoeg tijd heeft hiervoor. Deze ouder is eigenlijk een prettige partner in crime voor de school.
- De afwezige. Wacht… bij welke leerling hoort deze ouder eigenlijk? Het einde van schooljaar is in zicht en, nu de overgang van hun kind op het spel staat, besluit deze ouder zich toch nog even op de laatste ouderavond te laten zien.
- De politicus. Vergelijkbaar met de kritische consument. Een prettige sparringpartner mits een school er gebruik van maakt. Doe je dit niet, dan is deze partij eerder opponent dan medestander.
- De carrièremaker. Te druk om zich eigenlijk te bemoeien met de cultuur en organisatie van de school. Deze ouders kennen een grote verantwoordelijkheid toe aan school/docenten voor wat betreft de opvoeding van hun kind.
- De kwelgeest. Tja, de herrieschoppers en muggenzifters. Valt met deze ouders ooit een land te bezeilen?
- De superouder. Deze ouder ruimt tijd in ondanks een drukke baan, denkt mee met de school, biedt ideeën aan en investeert in de relatie. De naam zegt het al: wat zouden we zonder deze ouder moeten?
Expertise tentoonstellen
Een key voor goede communicatie is altijd helder en tijdig communiceren. Het lijkt wellicht een onmogelijke opgave om al deze type ouders te bedienen, maar je kunt ze altijd allemaal bedienen door hen zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden over de huidige stand van zaken. Zo smoor je ook eventuele problemen in de kiem.
Zo is een kritische ouder goed te vergelijken met een kritische consument bij bedrijven waar de consument koning is. Waar consumenten de relatie met het bedrijf meten aan de mate waarin zij de klantenservice beoordelen, doen ouders dit door te kijken naar de mate waarin de school bereikbaar is voor hen. Wil je als school een niveau van wederzijds respect creëren? Dan zul je dus informatie transparant, eenduidig en helder moeten communiceren. Geen enkele ouder zal bezwaar aantekenen tegen het feit dat de school de expertise - die zij zichzelf toedicht - ook openbaart richting ouders.